Kleine beesies

9 juli 2014 - Walvis Bay, Namibië

Hoe snel ik wakker ben als we kamperen, zo traag sta ik op als we ergens binnen slapen. Zo ging het ook vandaag. Te lang in mijn bed liggen en uiteindelijk maar half kunnen ontbijten. Dayne, onze gids voor de tocht van vandaag wachtte ons om 8u op in Swakopmund. Brave Belgen zoals we zijn stonden we er al om 7.30u. Iets voor acht kregen we een berichtje op ons Namibisch nummer dat hij er binnen 5 minuten ging zijn. Enkele minuten later reed er effectief een busje de parking op. Samen met Dayne zaten er nog 4 Fransen in het busje, we herkenden hen van de Mola Mola boottocht.

Dayne nam ons mee binnen de poorten van het nationale park, waar je enkel binnen mag met een gids. Al snel stopte hij een eerste keer. Niet om beestjes te tonen, maar wel om uit te leggen hoe de woestijnen in Namibië precies gevormd worden. In Zuid-Afrika neemt de Oranjerivier zand en stenen mee richting de oceaan en daar waait de Benguelastroom het zand de duinen op. Onze gids oogde zeer sympathiek en we konden er ook terrecht met al onze vragen, zowel over kleine dieren als over het ABS-tekentje dat oplichtte in onze jeep.

Bij de tweede stop haalde hij een blinde en dove hagedis uit het zand. Het diertje kon enkel de trillingen in het zand waarnemen. Het leek wel een klein slangetje. De staart van het diertje kon gemakkelijk afbreken en kleurde ook een beetje blauw. Niet veel later riep hij ons opniew samen om ons een hagedis te tonen. De hagedis hadden ik en Audrey al gezien bij Sossusvlei, maar deze keer kregen we er wat meer uitleg bij. Het diertje heft zijn poten om de beurt op omdat het te warm wordt op het zand. Daarnaast blijft hij ook altijd zitten in de zon, maar vanaf het moment dat er schaduw over hem gaat, duikt hij het zand in. Hij doet dit ter bescherming voor eventuele roofdieren die hem willen opeten.

Bij een volgende stop vond de gids niet onmiddellijk iets. Gelukkig stampte het zoontje van de Fransen net naast een slang. Een nieuwe ontdekking en het bleek dat dit eerder een zeldzame slang was. Een beet van de slang was niet dodelijk, maar volgens de gids zou je liever dood zijn. Een zwelling en stekende hoofdpijn zou het gevolg zijn.

Het vierde dier dat we zagen was een gekko. In tegenstelling tot de hagedis die een dagdier is, is de gekko een nachtdier. Vandaar de grote ogen om toch voldoende te kunnen zien. Hij gaf ons ook wat tips om mooie foto's van de reptielen te nemen en nam zelf een prachtige foto met Tim zijn fototoestel. Tenslotte toverde hij ook een kameleon uit een struik. Het dier was aanvankelijk lichtbruin, maar hoe meer mensen het dier zag, hoe zwarter hij kwam. Dayne haalde wat kleine rupsen uit een potje en voederde hem. Zo zagen we ook zijn lange tong. 

Daarna zakte het tempo van de rondleiding wat. De gids bleef zoeken naar een tweede slang, maar tevergeefs. Na een grote vier uur zat de rondleiding er op. We bedankten onze gids en zochten iets om te eten. Onderweg passeerden we een marktje met wat souveniers, maar alles leek nogal fake. Na twee pizza's en twee pasta's gingen we naar de garage om de waarschuwing voor onze ABS te fixen. Binnen het halfuur was alles geregeld zonder ook maar een cent uit te geven. Prima service van Value Car.

In de namiddag bezochten Tim, Audrey en Martijn nog een museum, maar ik heb wat geluierd en heb een Dame Blanche gegeten :-) Uiteindelijk gingen we terug naar ons huisje, waar Audrey lekkere hesperolletjes heeft klaargemaakt. Hesperolletjes is een typisch Namibisch gerecht. Een echte aanrader naar het schijnt! We hadden er nog twee over, die gaven we aan de security van ons domein. We zijn nu drie dagen in Walvisbaai, we hebben prachtige uitstappen gedaan, maar we denken allevier hetzelfde: genoeg ontwikkelde steden gezien, morgen trekken we terug de wildernis in en gaan we wandelen in Spitzkoppe.